Underworld – Scribble [Radio Edit] (2010)

Niets is veranderlijker dan de menselijke smaak. Zeker muzikaal gezien. Mijn muzikale smaak is altijd heel breed geweest en mijn CD-verzameling is dan ook een bonte mengeling van genres. Het ene genre is uiteraard beter vertegenwoordigd dan het andere, maar wat je ook van mijn collectie vindt, eenzijdig is die niet. Alleen klassiek ontbreekt erin en je vindt maar héél sporadisch een jazztitel. Los daarvan is het een fijne staalkaart van muzikaal moois. De nadruk ligt op mijn actiefste radiojaren (’80, ’90 en ’00), maar er staat ook het nodige uit de jaren ’70 en zelfs ’60. De recentere jaren ’10 en ’20 zijn vooral als digitale bestanden aanwezig.

Als ik die hele verzameling toch in een beperkt aantal genres zou moeten samenvatten, dan zou ik zeggen: indie, pop en rock (in alfabetische volgorde). En met indie bedoel ik dan muziek die niet op een van de grote labels is uitgebracht. Ook dat is in basis vooral pop en rock. Toch vindt gaandeweg wel langzaam een verschuiving plaats. Vooral in mijn actieve radiojaren ging ik nogal prat op een muzieksmaak ‘links van het midden’ en was ik een groot pleitbezorger van meer gitaren op de radio. Maar nu mijn favorieten radiostation, Kink, terug is en zich vooral profileert als gitaarzender, moet ik toegeven dat dat naar mijn smaak wel heel eenzijdig is. Toegegeven, het is zeker een duidelijke profilering, die ondanks het gebrek aan een FM-frequentie (vooralsnog), lovenswaardige luistercijfers oplevert. En dat is ze erg gegund. Maar persoonlijk heb ik vooral Kink Classics opstaan, wat veel breder geprogrammeerd is. Helaas beperken die zich tot de jaren ’70, ’80 en ’90, terwijl in diezelfde lijn ook in de huidige eeuw zoveel moois is uitgebracht. Uiteindelijk kom ik dus steeds weer uit bij mijn eigen Carte Blanche Classics-playlist op Spotify, die met 4.500 tracks beter gevuld is dan de muziekcomputer van menig radiostation. En stuk voor stuk geweldige nummers (sprak hij van WC-Eend)! Een probleem blijft echter – en daar vaar jij als Hidden Treasures-volger wel bij – dat echt best een groot deel van mijn fysieke muziekverzameling niet op Spotify staat. En zo is het eigenlijk altijd wat… 😉

Als ik even mijn brede muzieksmaak, het publiek dat ik met mijn radioprogramma’s bereikte en het succes van het huidige Kink naast elkaar leg, is daar wel een lijn in te ontdekken. Mijn radioprogramma’s vroeger, en mijn Carte Blanche Music-playlist en –blog tegenwoordig, zijn een afspiegeling van mezelf. Ik heb altijd geprobeerd mijn publiek een zo gevarieerd mogelijke staalkaart van nieuwe muziek te presenteren. Liefhebbers van alle genres moe(s)ten aan hun trekken komen en bij mij iets van hun gading vinden. Want in de volle breedte van het muziekspectrum vinden interessante ontwikkelingen plaats en waarom zou je een liefhebber in het ene genre niet kunnen verrassen met een goed nieuw nummer in een ander genre?

FOUT! FOUT! FOUT!

Het draait allemaal om focus. Je moet je beperken tot één genre en dat volledig uitnutten. Wie iedereen wil bereiken, bereikt niemand. It’s all about the niche. Allemaal bekende uitgangspunten, die door coaches ook van harte aangeraden worden aan bijvoorbeeld zzp-ers. Beperk je tot een bepaalde branche, doelgroep of dienst en alles komt goed. Eerlijk gezegd doe ik dat op zakelijk vlak niet, en heb ik toch geen reden tot klagen. Ook als muziekmissionaris ben ik eigenwijs. Ik vind het zonde (en veel minder leuk) om mezelf in een hokje te stoppen. Uiteindelijk staat mijn ‘handtekening’ eronder, en moet ik me 100% kunnen vinden in mijn keuzes. De voldoening moet in eerste instantie uit mijzelf komen. Elke andere vorm van ‘gewin’ in de vorm van likes en/of reacties (if any) is secundair.

Maar goed, ik begon dit stuk over mijn brede muzieksmaak en gaf al aan dat die in de basis in de indie/pop/rock-hoek zit. Maar er zijn talloze uitzonderingen en zijsprongen te vinden die die regel bevestigen. En ondanks dat een muzikale ‘bubble’ niet iets is dat is voorbehouden aan het Spotify-tijdperk, waren het ook in het verleden regelmatig anderen die mij wezen op pareltjes buiten mijn muzikale comfort zone. Zoals ik al eerder schreef(*) bracht radiovriend Han Tielkes mij beginjaren ’90 op het spoor van veel elektronische muziek. Hij had Underworld bijvoorbeeld in 1983 al op zijn radar, toen ze nog Freur heetten en met hun debuutsingle twee plekken verwijderd bleven van de Nederlandse Top 40. Doot Doot strandde in de uitverkoopbakken na twee weken op #2 in de Tipparade te hebben gestaan. Karl Hyde en Rick Smith maakten in 1987 een doorstart als Underworld, genoemd naar de horrorfilm van twee jaar eerder. Hun eerste album Underneath The Radar was in één take opgenomen en vooral succesvol in Australië en de VS. In die landen deed ook opvolger Change The Weather het best goed.

In dit stadium bestond hun sound nog uit een mix van elektronica en modern rock. Dat veranderde toen DJ Darren Emerson zich bij de groep voegde. Vanaf dat moment nestelde het trio zich definitief in de dancehoek, met invloeden uit o.m. techno, house, drum & bass en experimentele muziek. Ook door de lengte van de tracks (op hun album Dubnobasswithmyheadman variërend van 4’50 tot 13’08) leende hun muziek zich meer voor de dansvloer dan de radio. Toch maakten ze in 1996 met hun volgende CD, Second Toughest In The Infants, wel degelijk de cross-over, en bereikten daarmee het grote publiek. Dit kwam voornamelijk doordat ongeveer tegelijkertijd met dat album de film ‘Trainspotting’ uitkwam, waarin twee Underworld-nummers verwerkt waren. Eén daarvan was Born Slippy .NUXX. Begin 1995 was dat al eens uitgebracht als B-kant van een compleet ander nummer met bijna dezelfde titel: Born Slippy. Zanger Karl Hyde, die zelf een drankprobleem had, schreef het nummer vanuit het perspectief van een alcoholist. Het was echter niet bedoeld als drank-anthem, maar meer als noodkreet. Dankzij het succes van de film werd ook Born Slippy .NUXX een grote hit, toen het in de zomer van 1996 opnieuw, nu in een singleversie, werd uitgebracht. De track staat overigens op geen enkel Underworld-album, maar de complete versie werd later wel uitgebracht op een Deluxe Edition van de CD Second Toughest In The Infants.

Na het succes – ook op de radio – van Born Slippy .NUXX bracht het trio van hun volgende singles ook ingekorte versies uit. Dat, én hun hypnotiserende optredens op festivals en in uitverkochte arena’s, zorgde ervoor dat ze de tien jaar na die eerste hit volop in de spotlights bleven staan, met successen onder het singles kopende publiek én in het livecircuit. Om beide doelgroepen te bedienen, bracht de band begin 2012 niet één, maar twee verzamelaars uit. A Collection was een enkele CD waarop de radio-edits van hun singles stonden, terwijl 1992-2012 The Anthology een driedubbel-CD was met albumversies en rarities. Als je naar de streamingdiensten kijkt, wordt echter wel duidelijk waar het hart van Underworld ligt. De 3CD is er wel te vinden, maar de enkelaar is in geen velden of wegen te bekennen. Hij heeft er overigens wel opgestaan, maar is later weer verwijderd.

En dus zul je op Spotify ook tevergeefs zoeken naar de Hidden Treasure van vandaag: de radio-edit van Scribble. Dat nummer werd in mei 2010 als download aangeboden op de website van Underworld, als opwarmertje voor hun album Barking. De track, die medegeschreven werd door drum & bass-DJ Lincoln Barret (oftewel High Contrast), bevat elementen uit het nummer Do You Scribble, een niet uitgebracht nummer dat het trio de jaren daarvoor veelvuldig live gespeeld had. Een lekkere drukke song, die halverwege even helemaal teruggeschroefd wordt, om daarna weer op te bouwen tot een full-on drum & bass track. Scribble werd wel op de radio gedraaid, maar haalde niet de hitparade. Hoe onterecht dat is, kun je hier beluisteren én bekijken in de originele clip, die gelukkig wel op YouTube staat…

(*) Ook ontdekt dankzij radiovriend Han: Elektric Music. Hun Lifestyle was al eerder een Hidden Treasure, zoals je hier kunt lezen.

Vorig bericht
Volgend bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *