In mijn 30 jaar durende radioverleden (wat inmiddels alweer zeven jaar achter me ligt) heb ik altijd muziekprogramma’s gemaakt. Enige uitzondering is eigenlijk Diner Idee geweest. Dit was een dagelijks actualiteitenprogramma met luchtige rubriekjes, agenda’s en korte interviews, zoals de naam al doet vermoeden rond etenstijd uitgezonden op Unique FM in Malden. Dat heb ik, ergens rond 1990, ongeveer een jaar lang op een van de werkdagen gepresenteerd. Maar verder was het altijd muziek, muziek en nog eens muziek wat de klok sloeg. Nieuwe muziek, om precies te zijn. En dat dan twee uur achter elkaar. Niet echt laagdrempelig voor de gemiddelde luisteraar, want je hoorde nou nooit eens iets wat je al kende en lekker kon meezingen. Niet voor niets waren mijn programma’s altijd in de avonduren geprogrammeerd, als die gemiddelde luisteraar toch al andere dingen aan het doen was. Des te beter, want dan kon ik lekker mijn gang gaan.
Ik ben er altijd een groot liefhebber van geweest om mijn uitzendingen tot in de puntjes voor te bereiden, en joeg niet zelden mensen de studio uit om me beter te kunnen concentreren op mijn ‘belangrijke’ – zelfopgelegde – taak om elke week weer het perfecte programma te maken. Toch heeft enige spontaniteit ook zo zijn charme. Daar kwam ik bijvoorbeeld achter in de vele jaren dat ik meewerkte aan 4Daagseradio; je voelt ‘m al, dat was een samenwerkingsverband van verschillende omroepen in de regio Nijmegen rondom het jaarlijkse wandelfestijn en de bijbehorende feesten. Vaak maakte ik zowel overdag een programma (vol schakelingen met verslaggevers langs de route en interviews met organisatoren, hulpverleners, lopers, ondernemers enz.) als ’s avonds (met veel livemuziek en interviews met artiesten). Dan leer je wel improviseren. Als muziekfreak vond ik die avondprogramma’s altijd het leukste om te doen. We stonden dan backstage en begonnen met een compleet blanco draaiboek aan de uitzending. Ter plekke regelden we de toestemming om optredens te mogen uitzenden en trokken voorbij wandelende artiesten letterlijk onze geïmproviseerde studio in voor een interview. Meestal waren ze te verbouwereerd om nee te zeggen, en toen ze het zich realiseerden was het alweer voorbij. Managers waren toen ook nog meedenkende mensen en het was in veel gevallen geen enkel probleem om optredens uit te zenden en zelfs op te nemen. Ergens moeten nog veel van die tapes liggen. Interessante relikwieën uit eenvoudiger tijden.
Toch moest je je plekje soms ook wel bevechten. Ik herinner me een interview met Thé Lau van The Scene die in een hele recalcitrante bui was, ongeremd door een enkel drankje eerder op de avond. Hij ging standaard tegen al mijn vragen en opmerkingen in en het sfeertje was een beetje grimmig. Maar gaandeweg ontdooide hij, omdat ik mijn huiswerk gedaan had en hij merkte dat ik wist waar ik het over had. Uiteindelijk werd het een heel leuk gesprek, waarvan we alleen die tweede helft hebben uitgezonden. De toestemming om het complete concert uit te zenden was toen zo gegeven.
Ook in mijn eigen programma’s heb ik het altijd leuk gevonden om ‘iets’ persoonlijks te doen met artiesten en livemuziek. Daar was fysiek niet altijd de gelegenheid voor, maar bij Roulette FM in De Bilt hadden we een perfecte setting. De omroep had zijn plek op de onderste verdieping van een flat. Een woning was zo omgebouwd, dat de woonkamer en de keuken in stand gebleven waren, een slaapkamer dienst deed als technische ruimte en een andere als studioruimte. Behalve als hangplek en vergaderhok kon die woonkamer ook prima dienst doen om een bandje te laten optreden. Het was knus en gezellig en er hing – uiteraard – een huiselijke sfeer, dus mensen voelden zich er al snel op hun gemak. Ik heb daar hele toffe artiesten mogen ontvangen, opnemen én uitzenden, waaronder Arthur Adam, William Wixley, Somesay, Daybroke en meerdere keren Rigby. Ook hier weer genoeg hilarische verhalen meegemaakt. Zoals die keer dat de technicus van dienst de schuif van de bassist niet had opengezet. Dat bleek uiteraard pas bij terugluistering, toen de band alweer naar huis was. Met het schaamrood op de kaken heb ik dat ze toen gemeld. Balen natuurlijk, maar de band bood aan de gemaakte opnamen alsnog door de bassist te laten inspelen en stuurde een complete mix weer terug. Weet je nog, Tom Sikkers? Unieke opnamen!
Er kwam echter een moment dat ik mijn programma’s thuis ging opnemen en aan meerdere omroepen ging aanbieden. Daardoor werd het bereik enorm vergroot, wat het voor bandjes interessant maakte een bijdrage te blijven leveren. Alleen kon ik in mijn thuisstudio geen complete bands kwijt. De oplossing was, om de (korte en krachtige) interviews telefonisch te doen en de artiesten te vragen speciaal voor mij twee nummers op te nemen, die ik dan aansluitend kon uitzenden. Ik was eigenlijk elke keer weer verbaasd als ze die moeite wilden doen, en ook dat leverde dus weer veel exclusief materiaal op, dit keer van zowel binnen- als buitenlandse artiesten. Op deze manier had ik o.m. Wakey!Wakey!, Jay Nash, Ian Britt, TwoWay Society, Michael Logen, Dotan, Graham Colton, Anny!, Christon Kloosterboer, Arthur Adam, Lavalu, Audio Adam, The Tightropes, Town Of Saints en Rita Zipora ‘te gast’.
Een van hen levert vandaag ook de Hidden Treasure aan: TwoWay Society. Zij kwamen voort uit de Nederlandse rockbands Second 7 en KinKobra. Voor dat interview(*), in juni 2012, sprak ik drummer Dimitri de Vink van TwoWay Society, die vertelde dat zijn band ‘interactive rock’ speelde en ook het concept ‘join the band’ had bedacht. Dit hield in dat fans zelf konden deelnemen of bijdragen. Bijvoorbeeld door songteksten aan te dragen, mee te spelen tijdens optredens of remixen te maken. De bandnaam duidde ook al op dat tweerichtingsverkeer. Hij vertelde ook dat gewerkt werd aan een debuut-EP, die eind dat jaar of begin 2013 moest uitkomen. Daarvoor gingen ze niet over één nacht ijs. Hij werd opgenomen, geproduceerd en gemixt door Guido Aalbers (Intwine, Bertolf, Nemesea, Audio Adam, Miss Montreal, Arthur Adam e.v.a.) en gemasterd door Darius van Helfteren (o.a. Floor Jansen, De Staat, S10, Guus Meeuwis, Blaudzun, Caro Emerald).
Helaas bleek dit een one way ticket en is het bij die EP gebleven. Niet alleen heeft TwoWay Society daarna geen nieuwe muziek meer uitgebracht, maar hun eerdere tracks zijn ook van de streamingdiensten verdwenen. No way! Daar zoek je dus ook tevergeefs naar de eerste single van die EP, het nummer Happy. Gelukkig is de in één take opgenomen clip daarvan nog wel te vinden:
(*) Luister hier mijn interview met Dimitry de Vink van TwoWay Society terug, incl. akoestische versies van hun eerste single Cure To My Disease én een vroege versie van Happy: