Cult-band!
22 september 2000. Vrijdag. Bijna weekend maar eerst tijd voor het leukste wat er is: radio maken! Aan het eind van de middag nog even de laatste voorbereidingen treffen voor mijn programma’s De Link en Altoradio. Eerstgenoemde heeft als subtitel ‘een wekelijkse duik in de muziekgeschiedenis’. Aan de hand van een wekelijks thema draai ik muziek uit de periode jaren 50 tot begin jaren 90. Het thema: muzikale broers. Van The Everly Brothers tot de broertjes Finn. En alles wat daar tussenin zit. Het programma staat al in de steigers. Vooral voor Altoradio moeten nog even de muzikale puntjes op de i gezet worden. De playlist afstemmen met radiomaatjes Philip en Bert die met hun programma Pret met P&B deels uit hetzelfde vaatje tappen. Het gaat daarbij vooral om de nieuwe muziek. Elke week nemen we de nieuwe releases door en verdelen deze over onze programma’s. En dan is daar ook de wekelijkse vraag: Wat wordt de nieuwe Gemeenschap van Goederenplaat? De gezamenlijke Alarmschijf, Paradeplaat etc. etc. Philip komt met de nieuwe van The Cult op de proppen: Painted On My Heart. Goeie keus. Het is één van de laatste gemeenschappelijke keuzes van het illustere trio. Een week later komt er namelijk een eind aan het gezamenlijke radioavontuur van mijn twee radiovrienden.
The Cult. In 1984 opgericht. Niet veel later leer ik de band kennen dankzij het album Love. Deze staat bij mijn (muziek)oom Henk in de kast.. Naast klassieker She Sells Sanctuary staan op het album persoonlijke jaren 80 favorieten als Rain en Revolution. Even een sprongetje naar eind jaren 80/begin jaren 90. She Sells Sanctuary is inmiddels een vaste waarde in de Top 100 aller Tijden, komt zo’n beetje wekelijks voorbij in de plaatselijke discotheek en knalt ook thuis regelmatig uit de speakers. Het is de tijd dat ik mij in het Pinksterweekend afsluit van de buitenwereld en via radio en tv Pinkpop volg. De 1992 editie levert een legendarische optreden van Pearl Jam op. De duik van Eddie Vedder in het publiek. Maar er is meer. Lou Reed is headliner. Afsluiter is The Cult. Belangrijke voorwaarde. De band mag tot middernacht spelen. De klok is genadeloos maar daar heeft frontman Ian Astbury geen boodschap aan. It’s only rock and roll. Daar gaat het om. Tot woede van Pinkpop-baas Jan Smeets. Het lukt mister Pinkpop niet om de band van het podium te krijgen. Astbury slingert de ene naar de andere f*ck het publiek in en er sneuvelt nog wat apparatuur. Uiteindelijk gaat de band nog een dik kwartier door.
Een jaar voor het Pinkpop optreden verschijnt Ceremony. Duffy en Astbury zijn dan nog als enige van de originele bezetting over. Er wordt gebruik gemaakt van de diensten van een aantal studiomuzikanten. De release gaat ook niet zonder slag of stoot. Op de cover is een afbeelding te zien van een jongetje met een ‘native american’ achtergrond. De cultuur van de oorspronkelijke bewoners van Amerika vormt een belangrijke inspiratiebron voor het album. Alleen de ouders van het jongetje dagen de band voor de rechter. Er gaat de nodige tijd verloren aan de rechtszaak. In 1994 volgt The Cult. De albums kunnen zich niet meten met het eerder genoemde Love (1985) en Sonic Temple (1989), een ander hoogtepunt uit de carrière van The Cult. Tussendoor verschijnt nog de verzamelaar Pure Cult: For Rockers, Ravers, Lovers And Sinners. In 1995 komt er een voorlopig eind aan de band.
Na vier jaar stilte volgt in 1999 een reünie. Een van de eerste muzikale wapenfeiten is Painted On My Heart. Afkomstig van de soundtrack van de film Gone In 60 Seconds. Nicolas Cage en Angelina Jolie spelen de hoofdrollen maar ook oud voetbalspeler, en latere acteur, Vinnie Jones is in deze actiefilm te zien. De soundtrack biedt naast The Cult ook bijdrages van o.a. The Chemical Brothers, Moby en Apollo 440. Het door Diane Warren, niet de minste, geschreven Painted On My Heart is in eerste instantie niet bestemd voor The Cult. Aerosmith is eerste keus maar de uitvoering van Steven Tyler en zijn muzikale collega’s haalt de film niet.
De versie van The Cult wordt geen groot succes. Een 26ste plaats in de Bill board Mainstream rock chart is het hoogst haalbare. De heren duiken al snel de studio in voor de opnames van een nieuw album: Beyond Good And Evil (2001). Commercieel succes blijft uit en er volgt een muzikale pauze. Astbury sluit zich aan bij de overgebleven leden van The Doors maar blaast na een aantal jaren The Cult weer nieuw leven in. Er worden in de periode 2007-2022 vier albums uitgebracht. Daarnaast wordt er volop getourd. Natuurlijk mogen de klassiekers tijdens de concerten niet ontbreken. Het album Love uit 1985 staat tijdens de 2009 tour centraal. Een tour die wordt afgesloten in de Heineken Music Hall. Het album wordt integraal gespeeld waarna nog een toegift volgt met het dampende en stampende Love Removal Machine als slotakkoord. Pure Cult! Een fijn ‘Cult’-bandje!