What’s new pussycat?
Jaren 70? Nederlands product? Buitenlands succes? Waar denk je dan aan? Shocking Blue? De Haagse band weet in 1970 als eerste Nederlandse band de nummer 1 positie van de Amerikaanse hitparade te bereiken. Of is het de Golden Earring? Tot op de dag van vandaag hoor je wereldwijd Radar Love op de radio. Het levert componisten Barry Hay en George Kooymans jaarlijks een aardig zakcentje op. Of is het toch de George Baker Selection? Lekker meegalmen met Paloma blanca. Of meejodelen met Focus’s Hocus pocus. Niets van dit alles. Deze week ligt de focus op een andere band. Pussycat! Vergeleken met eerdergenoemde bands misschien wel wat ondergewaardeerd. De Limburgse groep behaalt als eerste Nederlandse band de 1ste plaats van de Engelse hitparade. Mississippi wordt een wereldhit en staat in meerdere landen op nummer 1. Daarna volgen nog meer hits in binnen-en buitenland.
Het boek De Mississippi Stroomt In Limburg is de inspiratiebron voor de keus van deze week. Het persoonlijke verhaal van gitarist en zanger Lou Willé vormt de rode draad van dit boek. Afgewisseld met materiaal uit het archief van de muzikant. Foto’s, krantenknipsels, billboards etc. etc. De geschiedenis van Pussycat is opgetekend door Harm Peter Smilde. Dit wordt afgewisseld met de persoonlijke herinneringen van Willé. Als lezer krijg je een kijkje achter de schermen. De wereld achter de roem en het wereldwijde succes. Een aanrader! Kortom voor alle details omtrent de Limburgse band wil ik je vooral adviseren dit boek aan te schaffen of te lenen bij de bibliotheek. Ik richt mij vooral op de periode voordat de band wordt omgedoopt tot Pussycat. Dat gebeurt namelijk pas vlak voor de release van Mississippi. De zusjes Toni, Betty en Marianne Veldpaus hebben er dan al een flink aantal jaren in de muziek opzitten. Dat geldt ook voor Lou Willé. In vogelvlucht de carrière tot het tijdperk Pussycat aanbreekt.
Begin jaren 60 krijgen de drie zusjes hun eerste gitaren. Na een aantal jaren gaan ze als de (Drie) Zingende Zusjes optreden. De focus ligt dan vooral op bekende Nederlandstalige liedjes en Duitse schlagers. Als halverwege de jaren 60 de beat-muziek de wereld verovert besluiten de zusjes een andere muzikale koers te varen. De Beat Girls From Holland is een feit. Het repertoire bestaat uit bekende beat-hits maar ook de populaire soul muziek is een belangrijke inspiratiebron. In die tijd doen de dames flink wat podiumervaring op. Niet alleen in Nederland maar ook in België. En dat te bedenken dat ze nog tieners zijn en doordeweeks nog gewoon naar school gaan. Als eind jaren zestig de beat-storm is gaan liggen wordt de naam veranderd in Sweet Reaction. In die periode leren Toni en Lou elkaar kennen. Op een gegeven moment wordt Lou gevraagd of hij wil samenwerken met de muzikale zussen. Niet veel later is Sweet Reaction een volwaardige band. De contacten uit het verleden zorgen ervoor dat de groep al snel een goedgevulde agenda heeft. Dit blijft niet onopgemerkt. Via een Vlaamse concertorganisator krijgt de band de mogelijkheid om voor het Franse platenlabel Vogue een single op te nemen: Come Back My Dream. Niet veel later toont platenbaas Johnny Hoes interesse. Naast het roemruchte en succesvolle Telstar label heeft de koning van de smartlap namelijk een nieuw label opgericht: Killroy. Hiermee richt hij zich vooral op de popmuziek. Wellicht geïnspireerd door het succes van de Nederpop. Hoes biedt de groep een contract aan. In 1971 verschijnt de eerste single Tell Alain. Ondanks de airplay op de radio en een aantal optredens op TV blijft succes uit. Er wordt nog een aantal nummers voor Killroy opgenomen maar die worden in eerste instantie niet uitgebracht. De band blijft optreden maar qua releases blijft het stil. Toni Willé brengt in 1973 onder de naam Sally Lane nog wel een solo-single uit. Een jaar later zal het leven van de muzikanten voorgoed veranderen.
Lou stuurt bandjes met demo’s naar verschillende platenmaatschappijen. Producer Tim Griek reageert positief. De band wordt uitgenodigd voor een demo-opname in de EMI-studio. Tijdens deze sessie worden drie nummers opgenomen: Daddy, Mississippi en Georgie. Het levert de band een platencontract bij EMI op. Begin 1975 worden samen met producer Eddy Hilberts de eerste nummers opgenomen. Over de opnames is de producer meer dan tevreden maar de naam van de band is nog ‘een dingetje’. Over het hoe en wat over de naamswijziging verwijs ik je naar het boek. In ieder geval is de naam Pussycat een feit. In de zomer van 1975 wordt Mississippi als eerste single uitgebracht. In eerste instantie gebeurt er weinig tot niets met het nummer. In het najaar begint het balletje opeens te rollen. Op 29 november 1975 komt Mississippi binnen in de Top 40 en staat binnen een paar weken op nummer 1. De rest is geschiedenis. Het wordt een wereldwijde hit.
Dat gegeven is voor Johnny Hoes aanleiding om een aantal oude opnames van de plank te halen. Daddy wordt als single uitgebracht. Onder de naam Sweet Reaction maar op de achterkant van de hoes staat met koeienletters het volgende: “Opnamen van Pussycat voor het Killroy label als Sweet Reaction“. Terwijl Pussycat de rest van de wereld verovert flopt deze release. Vier jaar later neemt Pussycat wel een nieuwe versie op en scoort hiermee een hit in Nederland en België. In de tussentijd wordt door het Duitse Ariola de versie van Sweet Reaction ook nog een keer uitgebracht. En die belandt ergens begin jaren 80 in mijn collectie. Het is de tijd dat ik als jong muziekfreakje mijn eerste singletjes koop. In één van de platenzaken waar ik af en toe kom worden singlepakketten verkocht. 5 of 10 singletjes voor een paar gulden. Alleen één dilemma. Je weet niet wat er in het pakket zit. Ik besluit als klein jochie een gokje te wagen. Het levert onder een carnavalssingle van het illustere duo Huppel en Knuppel, een piratenplaat en een instrumentale Schotse doedelzak “hit” op. Maar ook Daddy van Sweet Reaction. Ik maak pas later bewust kennis met de hitversie van Pussycat. Tot op de dag van vandaag heb ik juist een zwak voor de eerste opname van Sweet Reaction. Is het de mondharmonica in plaats van de steelgitaar die een hoofdrol speelt? Of juist de onbevangenheid? Het pure? Komt het karakteristieke stemgeluid van Toni Willé juist misschien nog wat meer naar voren? Het werk van Pussycat laat qua productie en arrangementen een wat voller geluid horen. Prachtig en ik kan daar enorm van genieten. Maar de puurheid van de eerste versie van Daddy weet juist de bekende gevoelige snaar te raken. En soms moet je ook niet proberen uit te leggen of te achterhalen waarom dat gebeurd. Vooraf met hart en ziel genieten. What’s new pussycat?