Ronny Jordan feat. Dana Bryant – The Jackal [Edit] (1993)

Ik heb ooit een soort stamboom van de muziek gemaakt. Gewoon voor mezelf, als hobbyprojectje. Erg leuk en verhelderend om uit te zoeken hoe de muziek zich de laatste, pakweg, 150 jaar ontwikkeld heeft. In het begin heb je dan natuurlijk nog vrij ‘zuivere’ genres (simpelweg omdat dat type muziek niet eerder gemaakt werd), maar al vrij snel zie je mengvormen ontstaan. Mengvormen van meerdere ‘zuivere’ genres, of iets heel nieuws met invloeden uit een van die oergenres. In die zin zijn crossovers (waar we nu de mond vol van hebben) van alle tijden, en hoorde je de klacht dat ‘alles al eens gedaan is’ vijftig jaar geleden ook al. Toch zijn in de tussenliggende periode nog heel wat unieke sounds de revue gepasseerd. Het kunnen wel of niet jouw genres zijn, maar synth-pop, grunge, eurodance, collegerock, cabaretpop enz. halen allemaal de mosterd elders, om toch een heel eigen geluid te creëren.

En zo blijft muziek altijd in beweging, mede doordat ontwikkelingen op o.a. maatschappelijk, politiek en economisch vlak altijd weer zorgen voor nieuwe invalshoeken, al dan niet geïnspireerd op stromingen die al eerder de kop opgestoken hadden. Het wil er bij mij dan ook niet in dat ‘tegenwoordig geen goede muziek meer gemaakt wordt’ of dat ‘alles al een keer gedaan is’. Dat kan misschien zo lijken als je oppervlakkig luistert, maar persoonlijk vind ik dat je alleen mag oordelen als je bereid bent je oogkleppen af te zetten. Wie ervoor open staat en bereid is zich erin te verdiepen, hoort nog heel veel interessante ontwikkelingen. Dan kun je van de muziek van nu net zoveel genieten als van die uit je jeugd. Datzelfde geldt, naast muziek, natuurlijk ook voor cultuur. Een beetje begrip en verdraagzaamheid maken de wereld een stuk mooier, voor jezelf én anderen…

Maar ik dwaal af…

Een van die vroege genres die steeds weer in de muziek terugkeren, is jazz. Dat is overigens niet eens een van de oergenres waar ik het over had, want jazz is op zichzelf al een smeltkroes van ragtime, blues, folk en negrospirituals. Hieruit ontstond begin vorige eeuw, oorspronkelijk in New Orleans, een nieuwe, op improvisatie gebaseerde muziekstijl. De acceptatie daarvan kwam in eerste instantie langzaam op gang, omdat jazz geassocieerd werd met losse zeden en een lage sociale status. Maar tussen de twee Wereldoorlogen kwam de aanvaarding alsnog. In de decennia die volgden, was jazz onderdeel van muzikale cocktails als boogiewoogie, swing, bebop, freejazz en fusion. Zoals ik vorige week al schreef, was jazz ook een belangrijke gemene deler tussen de artiesten die gerekend werden tot de sophisti-popstroming van eindjaren ‘80. En een paar jaar later was het – samen met o.a. funk en hiphop – een basisingrediënt van de acidjazz (ook wel jazzdance genoemd). Belangrijke artiesten die zich in die scene bewogen, waren Jamiroquai, Guru, The Brand New Heavies, Galliano, Brooklyn Funk Essentials, Incognito, Buckshot LeFonque, Us3 en Ronny Jordan.

En met die laatste (die eigenlijk Robert Laurence Albert Simpson heette) kom ik uit bij mijn bijdrage van vandaag. Jordan was een Engelse zanger/gitarist, die zijn muziek urban jazz noemde, omdat het een mix was van jazz, hiphop en r&b. Hij scoorde in 1992 een wereldwijde hit met zijn hippe bewerking van Miles Davis’ standard So What. Die versie was terug te vinden op Jordan’s album The Antidote (#tipjemijnerzijds). Zijn bijdrage aan de hitsingle No Time To Play (van Guru’s hitalbum Jazzmatazz, Vol. 1) – een jaar later – bezorgde hem een nog groter publiek. Daar bouwde hij op voort met zijn volgende album The Quiet Revolution, dat later dat jaar verscheen.

Het absolute prijsnummer op de CD is wat mij betreft The Jackal. Niet alleen vanwege de onweerstaanbare groove, de gillende saxofoon of de soepele gitaarloopjes waarom Jordan bekend stond, maar zeker ook vanwege de voordracht van de Amerikaanse dichteres en zangeres Dana Bryant. Waanzinnig, hoe zij zich als een krolse kat door de tekst heen werkt. Zelfs voor mij, die normaal maar weinig aandacht voor teksten heeft, brengt ze het nummer helemaal tot leven. Je ziet het voor je ogen gebeuren.

17 jaar na de release van het album kwam The Jackal onverwachts opnieuw in de belangstelling. In een aflevering van de Amerikaanse TV-serie ‘The West Wing’ zien we hoofdrolspeelster Allison Janney (in de rol van C.J. Cregg) het nummer playbacken. Als ze een paar jaar later te gast is in de ‘Arsenio Hall Show’, doet ze haar act nog eens dunnetjes over. Over krolse katten gesproken… 😉

Gelukkig staat het repertoire van de in 2014 veel te vroeg overleden Ronny Jordan op Spotify. Ook The Jackal kun je daar dus vinden. Maar alleen in de 7 minuten durende albumversie. Eerlijk is eerlijk, dat is 7 minuten lang smullen geblazen, maar voor de radio is er ook een tot 4’30 ingekorte versie gemaakt. Die is echter heel moeilijk te vinden, omdat die alleen in een gelimiteerde oplage op 12’’ verschenen is. Die edit is te obscuur voor Spotify, maar er is wel een clip bij gemaakt, zodat je er hier toch van kunt genieten:

En voor wie er geen genoeg van kan krijgen:

Allison Janney playbackt The Jackal in ‘The West Wing’:

Allison Janney playbackt The Jackal in de ‘Arsenio Hall Show’:

Vorig bericht
Volgend bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *