Je hebt artiesten die zich op latere leeftijd hun roeping realiseren, maar ook die bij wijze van spreken zingend uit het ei kruipen. René Shuman (1967) behoort tot de laatste categorie. Deze jongeman uit Geleen begint al op 7-jarige leeftijd te zingen en twee jaar later treedt hij voor het eerst op. Hij is pas twaalf als hij met een stel vrienden zijn eerste band begint: Born Dogs. Shuman is de zanger/gitarist en schrijft de nummers, waarbij hij rijkelijk uit het rock ‘n’ roll-idioom put. Ze zijn regelmatig op de Limburgse poppodia te vinden en brengen in 1984 de single Every Time uit.
Twee jaar later krijgt Shuman nationale bekendheid door zijn deelname aan Henny Huismans Soundmixshow, waar hij in de huid kruipt van Elvis Presley. Hij schopt het tot de finale, waarin hij de nummers Are You Lonesome Tonight en Don’t Be Cruel zingt. Hij eindigt als tweede en zal door het publiek nog lange tijd met de muziek van Presley geassocieerd worden. Toch duurt het tot 2003 voordat hij, samen met zangeres Angel-Eye, voor het eerst een cover van ‘The King’ uitbrengt. Tot die tijd bestaat zijn repertoire uit eigen (of voor hem geschreven) composities, die veelal door hemzelf worden geproduceerd.
Zijn prestaties in de Soundmixshow leveren Shuman een platencontract op, waarna hij aan zijn debuutalbum gaat werken. Hierop komen dus geen Elvis-covers, maar de geest van Presley waart wel degelijk op het album rond. Uiteraard door de stem en het stemgebruik van Shuman, maar ook doordat hij in zijn eigen nummers rock ‘n’ roll combineert met ballads en rockabilly, net zoals zijn grote voorbeeld. Dat legt hem geen windeieren, want zijn eerste single But Where My Love wordt meteen een hit, net zoals – in iets mindere mate – de opvolger Lonely Girl. In de slipstream daarvan doet ook zijn debuutalbum het niet onverdienstelijk.
Zijn tweede album The Main Language uit 1988 bevat meer zelfgeschreven nummers en opnieuw twee hits: Sweet Lovin’ en Cause You’re Not Here. Turn Out The Light wordt als derde single uitgebracht, maar zonder succes, ondanks dat daarop Elvis’ achtergrondkoor The Jordanaires te horen is. De CD brengt ook nog een vierde single voort, en dat is de Hidden Treasure van vandaag.
Die vierde single is Love W.A.V.E.S. Een – op dat moment – modern klinkende pop/rocksong die meer weg heeft van Herman Brood dan van Shumans Amerikaanse held. Het nummer heeft een spannend intro dat vanwege zijn timing lastig te playbacken is, getuige deze live-opname van Countdown (lees daaronder verder):
Overigens is W.A.V.E.S. de afkorting voor Women Accepted for Voluntary Emergency Service, wat rond de Tweede Wereldoorlog de vrouwenafdeling van de Amerikaanse marine was. Vóóor die tijd konden vrouwen alleen als verpleegster bij de marine werken, maar een nieuwe wet maakte het in 1942 mogelijk dat zij ook als volwaardig marinier tot het corps konden toetreden.
Ik vond Love W.A.V.E.S. destijds een heel goed nummer, maar zoals dan zo vaak gebeurt: het strandde in april 1989 ergens bovenin de Tipparade. Ook stond het 3 weken in de Verrukkelijke 15. Terugluisterend vind ik nog steeds dat het meer succes verdiend had. Vandaar deze poging tot rehabilitatie door het uit te roepen tot Hidden Treasure.