Een bron van inspiratie.
It’s the most wonderful time of the year. Lijstjestijd. Muzieklijstjes. De ‘belangrijkste’ bijzaak in het leven van een muziekliefhebber. Althans dat geldt voor mij. Onder het motto onbetrouwbaar, subjectief en nooit volledig. De persoonlijke lijstjesbrij hoort er gewoon bij. Daarbij moet ik wel zeggen dat ik dit jaar wel wat minder fanatiek ben met het insturen van mijn eigen bijdrage voor de verschillende ‘aller-tijden-lijstjes. De getallen vliegen je om de oren. 1000, 2000 of zelfs 4000 ‘beste’ nummers aller tijden. In al die lijsten zijn natuurlijk flink wat Nederlandstalige klassiekers te vinden. Of moet ik zeggen evergreens? Een ‘willekeurige’ greep! Oude Maasweg van The Amazing Stroopwafels. Of Zij Gelooft In Mij van André Hazes. Sophietje van Johnny Lion. Of wat te denken van Het Werd Zomer van Rob de Nijs. Het Dorp van Wim Sonneveld. Over evergreens gesproken. Of van recentere datum Zoutelande van Bløf. De overeenkomst? Behalve dan dat het in al deze gevallen om Nederlandse artiesten gaat. Het zijn stuk voor stuk covers of anders gezegd Nederlandstalige bewerkingen. Soms ligt het tekstueel gezien dicht bij het origineel. In andere gevallen blijft alleen het muzikale gedeelte overeind. De inspiratiebronnen? Oude Maasweg van de Stroopwafels is dichtbij het origineel van Leon Russell gebleven. De basis voor Hazes? She Believes In Me van Steve Gibb. Later bekend geworden dankzij Kenny Rogers. Rob De Nijs’s klassieker is van oorsprong een Duits liedje: Und Es War Sommer van de populaire Peter Maffay. Sophietje komt uit Denemarken en de oorsprong van Het Dorp ligt in Frankrijk. Zo zijn er tal van voorbeelden te noemen. Ik kan nog wel een tijdje doorgaan.
Ik ga vandaag terug maar mijn jeugd. Jaren 70 en eerste helft jaren 80. Er wordt veel naar muziek geluisterd in huize Deuten. De radio staat (bijna) dagelijks aan en op zondagmiddag belandt er regelmatig een LP op de draaitafel. Ook de nodige Nederlandstalige muziek. Mijn liefde voor de muziek van grootmeester Boudewijn de Groot is dankzij het zondagmiddagritueel ontstaan. Muzikale (op)voeding?! Dat geldt ook voor Armand die veel meer is dan de zanger van Ben Ik Te Min. Maar er is meer zoals Rita Hovink. Het prachtige Laat Me Alleen bezorgt mij nog steeds kippenvel. … Zegt Mijn Man tovert een glimlach op mijn gezicht. Tijdloos. Dit keer zet ik echter iemand anders in de schijnwerpers. Niet alleen de zangeres in kwestie maar ook twee succesvolle tekstschrijvers. En in het bijzonder de muzikale inspiratiebron. De zangeres? Conny Vandenbos. Al op jonge leeftijd muzikaal actief. Het begint allemaal in AVRO’s kinderkoor. Daarna volgen radioprogramma’s als Springplank en het bekende Nieuwe Oogst. Ze doet mee aan het Knokkefestival en de voorrondes van het Eurovisiesongfestival. In 1965 vertegenwoordigt ze Nederland op het Eurovisiesongfestival. Een jaar later volgt haar eerste hit: Ik Ben Gelukkig Zonder Jou. Geschreven door Hannie Meijler. De moeder van, niemand minder dan, Frits Spits. Dat succes weet ze in eerste geen vervolg te geven maar daar komt halverwege de jaren 70 verandering in. Dan stapt ze over naar een andere platenmaatschappij: Basart Records. Al snel verschijnt het album Een Vrouw Van Deze Tijd. Het levert in de vorm van Een Roosje, M’n Roosje een Top 40 hit op. Dit nummer vormt de aanleiding voor dit verhaal. Dit brengt me namellijk bij het zondagmiddagritueel. Het Beste Van Conny Vandenbos galmt regelmatig door de huiskamer. Natuurlijk ontbreekt Een Roosje , M’n Roosje ook niet. De platenhoes heb ik regelmatig in handen gehad. Als klein jochie heb ik deze waarschijnlijk niet goed genoeg bestudeerd. Ik herken de platen vooral aan de hoes en/of het label. En op het moment dat ik kan lezen is de titel en de uitvoerende het belangrijkste. Belangrijker dan de componist. Ik zal ongetwijfeld de naam G. de Braber hebben zien staan. Gerrit den Braber.
Als ik mij op latere leeftijd wat verder ga verdiepen in de Nederlandse muziekgeschiedenis kom ik deze naam regelmatig tegen. Een succesvol tekstschrijver. Dan druk ik mij nog zachtjes uit. Een instituut. Schrijver van talloze hits. Van De Glimlach Van Een Kind maar ook eerdergenoemde evergreens als Laat Me Alleen en Sophietje. Maar ook Ritme Van De Regen. En leuk detail. Ook de schrijver van de titelsong van de Nederlandse versie van Pippi Langkous. Jeugdsentiment. En een belangrijke muzikale factor wat het succes van Vandebos betreft. Ruim 40 jaar na de eerste kennismaking kom ik erachter dat een andere songschrijver een belangrijke inspiratiebron vormt voor Gerrit Den Braber. Jud Strunk. Dat is de man waar het om gaat. Een Amerikaanse singer-songwriter en comedian. Zijn Daisy A Day vormt de basis voor Een Roosje. In Nederland is het nooit een hit geweest. Het succes blijft beperkt tot Amerika, Canada, Australie en Nieuw Zeeland. Down under behaalt Daisy A Day zelfs de eerste plaats. In Ierland bereikt Danny Doyle de nummer 1 positie met zijn versie. Leuk feitje. In 1972 wordt het origineel van Strunk door de astronauten van de Apollo 17 missie op cassette meegenomen. Tijdens deze laatste maan missie wordt het nummer afgespeeld. Het eerste nummer dat te horen is op de maan. Een bijzonder muzikaal wist-u-datje.
Jud Strunk. Een troebadoer. Man met gitaar. Een muzikale verhalenverteller. Geen opsmuk. Daisy A Day is een liedje over een jongen en een meisje die samen oud worden. Een tikje sentimenteel. Rechtuit het hart. Puur. Het bezingen van alledaagse dingen. Juist die ‘kleine’ dingen uit het dagelijkse leven. Dat komt terug in zijn repertoire. Dat blijkt als ik mij wat verder ga verdiepen in zijn achtergrond. Het blijkt dat Conny Vandenbos meer liedjes van Strunk heeft opgenomen. Next Door Neighbor’s Kid wordt Sjakie van de Hoek. Vertaalt door den Braber. En er is nog een andere belangrijke Nederlandse tekstschrijver: Herman Pieter de Boer. Hij heeft onder andere de tekst van de Ramses Shaffey klassieker Laat Me op zijn naam staan en schrijft samen met Boudewijn de Groot Annabel. Hij neemt de vertaling van Strunk’s Jacob Brown voor zijn rekening. Jacob wordt Ome Arie. Wederom een hit voor Conny Vandenbos. Liedjes die ik ruim 40 jaar na dato nog steeds kan meezingen. Uit volle borst? Dat dan weer niet. Ingetogen dat is een betere omschrijving. Evergreens. Klassiekers. Ze staan in mijn geheugen gegrift. Het zijn de alledaagse dingen die het ’t m doen en die deze nummers, in al hun ’eenvoud’, voor mij zo bijzonder maken.