The Boss, The Big Man and a Rock ‘n’ Roll Junkie.
Vandaag een gevalletje 1+1=3. Terug naar een paar weken geleden. Ik luister naar het nieuwe album van Bruce Springsteen: A Letter To You. Op dit album brengt Springsteen onder andere een eerbetoon aan een aantal van zijn overleden muziekvrienden waaronder Clarence Clemons. Een mede muziekliefhebber deelt rond diezelfde tijd op Facebook een nummer van het Herman Brood album Freeze. Dé muzikale link? Clarence Clemons! Jarenlang steun en toeverlaat van Bruce Springsteen. En als gastmuzikant te horen op Brood’s Freeze. Kortom The Boss, The Big Man en de Rock ’n’ Roll Junkie komen samen aan het begin van dit verhaal. Over de bijzondere band tussen Springsteen en Clemons zou je een mooi verhaal kunnen schrijven. Eigenlijk zegt de hoes van het album Born to run genoeg. En luister anders eens goed naar de tekst van Tenth Avenue Freeze-out.
“When the change was made uptown and the Big Man joined the band
From the coastline to the city, all the little pretties raise their hands
I’m gonna sit back right easy and laugh
When Scooter and the Big Man bust this city in half
With the Tenth Avenue freeze-out”
Maar Brood en The Big Man? Clemons die voor een keer als volwaardig lid van de Wild Romance zijn saxofoon mag laten scheuren op een plaat van Herman Brood. Brood staat bekend als liefhebber van dit instrument. Hij staat regelmatig met een sax afgebeeld. Onder andere op de hoes van het bigband album Back On The Corner (1999). Niet dat hij zelf het instrument bespeeld. Het zorgt wel voor een ‘cool’ plaatje. Qua muzikale inzet schakel je dan ‘gewoon’, letterlijk en figuurlijk, een grootheid in. Hoe die samenwerking tot stand is gekomen is wellicht voer voor een ander verhaal. Tijd voor een muzikale speurtocht? Laat ik me dit keer maar beperken tot het fenomeen Brood.
Fenomeen? Of Het verschijnsel Brood zoals de hoofdpersoon in kwestie zich zelf noemt. Rock ’n’ Roll Junkie. Credo? Sex, drugs and rock n roll. Ongrijpbaar. Charismatisch. Ontwapend. Maar ook grillig en onvoorspelbaar. Herman bakt ze af en toe flink bruin. Inderdaad een bijzonder verschijnsel. De sex en drugs laat ik achterwege. Tijd voor de Rock and Roll oftewel de muzikant Brood. In technisch opzicht misschien geen begenadigd muzikant maar wel iemand met een geheel eigen stijl. Dat bewijst hij onder andere als pianist van Cuby+Blizzards. Brood speelt mee op de klassieker Groeten Uit Grolloo en is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het ‘simpele’ maar doeltreffende piano-rifje in Somebody Will Know Someday. Uitgegroeid tot een bluesklassieker en wat mij betreft één van de mooiste nummers ooit gemaakt in Nederland.
En dan mag ik, het mede door Brood geschreven, Window Of My Eyes niet vergeten te noemen. Allemaal ver voor mijn tijd natuurlijk.
De eerste kennismaking met Brood? Onbewust! Op dat moment heb ik nog niet door dat ik te maken heb met de enige echte Rock ‘n’ Roll junkie. Begin 1979. Ik zit, ongetwijfeld samen met mijn ouders, naar Toppop te kijken. Wie, of wat, zie ik daar in één keer in beeld verschijnen? De Breedbekkikkers met Maak Van Uw Scheet Een Donderslag. Het woord scheet is voor een (bijna) 6-jarige natuurlijk al voldoende om een onschuldige glimlach op het gezicht tevoorschijn te toveren. Dat ging ongetwijfeld gepaard met het nodige gegniffel. Dat stukje entertainment ging Brood in ieder geval goed af.
In de jaren 80 leer ik zijn muziek pas echt goed kennen. Dankzij oom Henk. Nee niet die van de camping. Nee! Mijn oom Henk die vaak naar concerten van Brood gaat. Gekleed in het zwart. T-shirt met Motorhead print of het legendarische Wild Romance logo. Met afgeknipte mouwen. Dat hoort zo in die tijd. Schaft zo’n beetje elk album en elke single aan. Kortom een echte Brood fan. Als ik bij oom Henk op bezoek ben dan is het linea recta richting zijn muziekkamer. Nieuwe plaatjes beluisteren. Het is de tijd van de Tattoo Song en Lady Killer. Als ik wat ouder ben mag ik ook LP’s en CD’s lenen. Die gaan in de fietstas van mijn vader mee naar huis. Cassettebandjes paraat en opnemen maar. Ik kan me herinneren dat ik de Brood tapes regelmatig heb gedraaid. Op mijn slaapkamer en natuurlijk op mijn walkman. Het livealbum Bühnensucht, Yada Yada, coverplaat Hooks en het eerdergenoemde Freeze. Uit deze periode zijn het vooral nummers als Sleepin’ Bird en Bucket Boy die ik nog met enige regelmatig draai.
Op de een of ander manier komt het nummer Legal In Amsterdam ook af en toe naar boven borrelen. Waarom? Herman mag het weten. Is het ‘gewoon’ een lekker aanstekelijk nummer? Een degelijk, in de positieve zijn van hét woord, ‘niets aan de hand’ liedje. Na één keer luisteren zing je het refrein mee. Afkomstig van Freeze waar Clarence Clemons dus ook een partijtje op meeblaast. Overigens niet op dit nummer. Ik heb ook lange tijd gedacht dat de dames van Lois Lane in het achtergrondkoortje meezingen. Dat zijn natuurlijk the good old Bombita’s. Als ik het nu terugluister snap ik die verwarring ook wel. De samenzang van de dames doet ook wel denken aan Lois Lane. In die tijd is de band rond de zusjes Klemann namelijk ook zeer succesvol. Legal In Amsterdam is één van de drie singles van het album. Het komt ook regelmatig voorbij op radio 3 maar een succes wordt het niet. Dat geldt ook voor de overige singles. En het album? Met een 63ste plaats in de album top 100 is dat ook niet bepaald een succes te noemen. Brood kondigt vervolgens aan dat hij wil stoppen met optreden. Hij gaat zich meer richten op het schilderen. Met het verschijnen van Saturdaynight Live (1992) gaat de muzikant echter samen met zijn Wild Romance weer uitgebreid toeren. En wat er de jaren daarna gebeurd? Je zou er een boek over kunnen schrijven. En dat gebeurd dan ook. Jan Eilander schrijft in 1994 het boek Rock ’n Roll Junkie. Een succes. Dit krijgt later een vervolg met de Brood-reeks van Bart Chabot. Deze staan allemaal netjes in de boekenkast.
Fenomeen Brood: je raakt er niet over uitgeluld! Om maar even de legendarische woorden van de meester himself te gebruiken als eindbetoog:
“Hou d’r mee op voor het ’t te laat is., Hou d’r mee op, schei d’r mee uit!”