Hoe vaak gebeurt het niet dat een band met zijn debuutsingle al het hoogtepunt van zijn carrière beleeft? Of, negatief geformuleerd: dat een band nooit beter wordt dan dat eerste liedje? En dat bedoel ik dan niet op een snobistische manier, zoals die vriend van mij die op een gegeven moment actief besloot geen fan meer te zijn van U2, ‘want nu gaan ze hits scoren, dus dan is het niet meer leuk…’.
Soms gooit een band (of artiest) gewoon zijn hele hebben en houden in dat eerste liedje. Vanwege het idee ‘misschien komt er wel geen tweede’? Omdat ze nog niet gehinderd worden door allerlei kennis en/of bagage? Omdat ze nog de doe-het-zelf route volgen? Omdat ze nog niet de druk voelen van eerdere successen? Omdat ze nog heel erg hun best doen om anders te zijn dan anderen? Omdat je door dat alles als luisteraar nog overdonderd wordt?
Doorhalen wat niet van toepassing is; er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Ik vind Flagpole Sitta van Harvey Danger een goed voorbeeld van dit fenomeen. Harvey Danger was overigens geen artiest, maar een band, bestaande uit Sean Nelson, Jeff Lin (niet te verwarren met de ELO-vcoorman), Aaron Huffman en Evan Sult. Zij richtten de band beginjaren ‘90 op in Seattle, waar ze ook woonden. Hun debuutalbum Where Have All The Merrymakers Gone? kwam in eigen beheer uit in juli 1997 en Flagpole Sitta werd de eerste single. Het nummer gaat over de veranderende positie van Seattle gedurende de jaren ‘90. Naar aanleiding van het succes van de grunge in het algemeen en bands als Nirvana en Pearl Jam in het bijzonder, schoof Seattle op van een ‘gewone’ bedrijvige havenstad naar het toneel waarop de wereldwijde verandering van de rockmuziek en de alternatieve cultuur zich voltrok. Het nummer zit vol onderhuidse humor die door de vele pubers die het omarmden nooit begrepen, of ook maar gehoord is.
In eerste instantie werd Flagpole Sitta helemaal niet zo’n hit. Net op het moment dat de band overwoog het bijltje erbij neer te gooien, pikten een paar invloedrijke radiostations het nummer op en groeide het in korte tijd uit tot een van de meest aangevraagde nummers. In Nederland moet in dat opzicht Kink FM niet ongenoemd blijven. Een echte hitparadehit werd het nummer nooit, maar het verwierf wel een cultstatus. Het bracht Harvey Danger op allerlei festivals, en Flagpole Sitta was prominent te horen in films als ‘American Pie’, ‘Disturbing Behavior’ en de Engelse sitcom ‘Peep Show’.
Kort na dat eerste succes, begin 1998, werd de band getekend door het label Slash/London, onderdeel van het grote Warner. Zij brachten een andere single uit als opvolger van Flagpole Sitta dan de band en verschillende invloedrijke mediamensen hadden aangegeven, en dat nummer flopte dan ook. De rest is, zoals dat dan gaat, geschiedenis.
Of je het nu power-pop noemt, post-grunge, alternative rock of nineties pop-punk, Flagpole Sitta is zo’n nummer waarvoor versterkers van een volumeknop voorzien zijn. Die gaat hier in huize Schlosser even wagenwijd open. De ramen gaan daarentegen even dicht, zodat ik vrolijk kan meezingen: “I’m not sick, but I’m not well / And I’m so hot, ‘cause I’m in hell.”