‘Viral gaan’, kent u die uitdrukking? Anno 2022 is het doodnormaal. Sterker nog: in een wereld die gedomineerd wordt door de jacht op volgers, likes en het delen van content, kom je nauwelijks aan de bak als die online liefde jou allemaal niet ten deel valt. Dat geldt in elk geval in de entertainmentwereld. Als artiest hoef je pas een platencontract te verwachten als je minimaal een x-aantal volgers of streams hebt, en in radio- en televisieland is het handig als presentatoren als het ware hun eigen publiek meenemen. Vicieuze cirkeltjes. Moeilijk te doorbreken.
Daarom is het verhaal van een van de eerste grote viral-successen (althans in mijn herinnering) ook zo ontwapenend. Daar was in eerste instantie namelijk geen sprake van een vooropgezet plan en/of een stevig marketingbudget, maar van iets wat spontaan ontstond. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat er, op basis van de eerste successen, niet al snel een plannetje ontwikkeld werd, maar dat was pas in tweede instantie.
Nu hoor ik je, vrij naar Theo & Thea, denken: “Waar gaat het eigenlijk over W.?”
Die vraag kan ik Matt één woord beantwoorden. Of met twee woorden eigenlijk: Matt Harding. Deze Amerikaan begon zijn carrière als game-ontwikkelaar, waar hij erg goed in bleek te zijn. Maar na een aantal zogenoemde ‘shoot ‘em up’-games te hebben gemaakt, besloot hij dat hij niet nog een paar jaar van zijn leven wilde besteden aan het maken van games waarin iedereen overhoop geschoten moest worden. Hij zegde zijn goedbetaalde baan op en besloot te gaan reizen. Daarbij maakte hij er een gewoonte van om bij allerlei toeristische herkenningspunten en in random straten op internationale locaties een – laat ik het maar eerlijk zeggen – behoorlijk dom dansje te doen. Een reisgenoot kwam op het briljante idee dat eens op video vast te leggen, en dat bleek het begin van een heuse ‘franchise’. Het eerste filmpje zette hij alleen op zijn eigen site www.wherethehellismatt.com voor vrienden en bekenden, maar na een tweede trip maakte hij een compilatie, die mensen onderling via mail gingen rondsturen. Dit was vlak vóór 2005, toen YouTube het uploaden en delen van filmpjes een stuk makkelijker ging maken.
In de loop der jaren verschenen op YouTube vijf ‘Where The Hell Is Matt?’-video’s met collages, en daarnaast outtakes en achtergrondvideo’s. Zijn tweede filmpje werd al gelijk gesponsord door een kauwgummerk (zonder inhoudelijke bemoeienis), en één van de video’s was in zijn geheel in Zuid-Afrika opgenomen ter promotie van het WK Voetbal van 2010 (wat ik maar bedoel met het feit dat er op den duur wel degelijk sprake was van een vooropgezet plan met een flink marketingbudget 😉 ). Voor de samenstelling van al die video’s heeft ‘Dancing Matt’ uiteindelijk ongeveer 94 landen bezocht, 20 Amerikaanse staten, 4 Canadese provincies en Antarctica. De momenten dat je dat intypt, zijn ook de momenten dat je denkt: had ik dat simpele idee maar verzonnen. Ik kan namelijk ook heel slecht dansen…
Uiteraard draaide het in de filmpjes om de herkenbare plekken en dat domme dansje. In eerste instantie zette Matt daarmee alleen zichzelf voor schut, maar gaandeweg ging steeds meer mensen (soms letterlijk hele volksstammen) met hem meedansen. Toch merk je dat als je tijdens het kijken het geluid uitzet, het allemaal een stuk minder leuk is. Probeer maar eens. De muziek speelt een belangrijke, dragende rol in deze video’s. In zijn eerste twee filmpjes gebruikte Matt Sweet Lullaby van Deep Forest als achtergrondmuziek. Dat nummer is gebaseerd op samples van een uitstervende taal, die in 1971 op de Solomon Eilanden bij Papua Nieuw Guinea waren opgenomen. Dit lied, Rorogwela, werd gezongen door een jonge vrouw, genaamd Afunakwa. Matt heeft nog een video aan haar gewijd (‘Where The Hell Is Afunakwa?’), waaruit blijkt dat zij in 1998 is overleden.
In zijn derde filmpje, ‘Dancing 2008’, gebruikte Matt andere muziek: het nummer Praan, wat Bengaals is voor ‘leven’ of ‘stroom van leven’. Bengaals is de taal die gesproken wordt in Bangladesh en delen van India. De tekst is een gedicht uit het liederenboek Gitanjali van Rabindranath Tagore, gezongen door de dan 17 jaar jonge Palbasha Siddique. De muziek werd er, speciaal voor dit filmpje, bij geschreven door de Amerikaanse componist Garry Schyman. Hij schreef onder andere muziek voor tv-series als ‘Magnum, P.I.’ en ‘The A-Team’, maar ook voor verschillende van de games die Matt Harding had ontwikkeld. Daar kenden ze elkaar dus van. Schyman leverde geen half werk en kreeg dan ook de Hollywood Music Award in de categorie ‘Beste Muziekvideo van 2008’.
Nog altijd krijg ik kippenvel bij het horen van dit nummer. Door de geweldige opbouw, de stuwende drums, de prachtige strijkers en de engelachtige zang van Palbasha Siddique. Pas als het helemaal afgelopen is, realiseer je je dat je er helemaal niets van verstaan hebt, maar dat dat voor de impact niet uitmaakte. Praan is destijds wel als download uitgebracht (en nog steeds een van de 100 bestverkochte downloads op Amazon), maar nooit echt geplugd. Dat zou anno 2022 wel anders geweest zijn, denk ik, want – om terug te komen op het begin van dit stuk – ‘viraliteit’ is tegenwoordig een factor van doorslaggevende betekenis.
Grote kans dus, dat je dit nummer helemaal niet kent. Want hoewel ik er destijds mijn stinkende best voor gedaan heb, heeft geen enkel radiostation er in 2008 zijn vingers aan gebrand. Je kunt het ze bijna niet kwalijk nemen, want Bengaals brengt misschien wel een groter potentieel uitschakelrisico met zich mee dan pak ‘m beet Frans, laat staan Spaans. Toch blijkt dat een onderschatting van de luisteraars, gezien de meer dan 52 miljoen kijkers die de video van Matt Harding inmiddels getrokken heeft.
Hopelijk kan dit verhaal daar nog wat ‘views’ aan toevoegen, want Praan van Garry Schyman feat. Palbasha Siddique is de Hidden Treasure van vandaag. Beluister het nummer hier in de video ‘Dancing 2008’ van Matt Harding, waarin je hem o.a. in Lisse en Amsterdam zijn klompendans-achtige workout ziet doen:
En voor de volledigheid, want ook niet te versmaden: Deep Forest – Sweet Lullaby: