Een paar weken geleden schreef ik over acteurs die zó met een rol vereenzelvigd worden, dat zij één worden met hun personage. Om een voorbeeld te noemen: Horst Tappert is Derrick, toch? Als je zo’n acteur opeens in een hele andere rol ziet, komt dat in eerste instantie onwaarschijnlijk (ongeloofwaardig zelfs) over. Stel je voor dat hij in een andere serie opeens de boef zou spelen. Raarrrrr…
Dit fenomeen bestaat ook bij merken. Niemand zegt: ‘Geef mij eens de smaakversterker aan’. Je vraagt naar de Maggi. Maar feitelijk is dat het merk, niet het product. Zo wordt zonwering in de regel door iedereen Luxaflex genoemd, terwijl er vele andere merken zonwering bestaan. Als je trek hebt in bubbeltjeswijn, bestel je al snel champagne. Maar dat is zelfs een beschermde naam. Alleen mousserende wijn die gemaakt wordt in de gelijknamige streek in noordoost-Frankrijk mag champagne heten. En dan nog alleen als die volgens de aan strenge regels gebonden traditionele wijze geproduceerd wordt. Als dit niet het geval is, moet worden uitgeweken naar namen als crémant, prosecco, cava, sekt of spumante.
De stap van drank naar muziek is niet zo groot. In dit specifieke geval bedoel ik, natuurlijk. In 1987 startten de Britse (radio- en club-)DJ Eddie Piller en de Franse DJ Gilles Jérôme Moehrle (beter bekend als Gilles Peterson) het label Acid Jazz. De muziek die daarop verscheen, van artiesten als The Brand New Heavies, The James Taylor Quartet, Jamiroquai en Mother Earth, werd al snel acidjazz genoemd. Een combinatie van jazz fusion, funk, soul, disco en hiphop. Ook de uit diezelfde ingrediënten samengestelde muziek van bijvoorbeeld Incognito, Us3, en Buckshot LeFonque, die op andere labels werd uitgebracht, werd acidjazz genoemd. Ik moet zeggen, ik ben een ‘sucker for acidjazz’, zeker in de jaargetijden waarin het zonnetje zich wat meer laat zien. Het is smooth maar toch vrolijk, en easy going maar toch dansbaar. Geschikt voor de loungestoel én de dansvloer.
De eerste band die door het Acid Jazz-label werd getekend, was Galliano. Zangers Rob Gallagher (oftewel Rob Galliano) en Constantine Weir, Michael Snaith (‘The Vibe Controller’) en percussionist Crispian Robinson. Maar ook zangeres Valerine Etienne, toetsenist Mick Talbot, drummer Crispin Taylor, bassist Ernie McKone, gitarist Mark Vandergucht en danser Steve Ameedee (‘Uncle Big Man’) waren vaste waarden.
De eerste single van Galliano, een bewerking van Curtis Mayfields Freddie’s Dead met de titel Frederick Lies Still, was in juni 1988 de eerste release op Acid Jazz. Pas drie jaar later verscheen hun eerste album In Pursuit Of The 13th Note. Een studioplaat, maar wel eentje die live in de studio werd opgenomen. Deze CD, en alles wat zij daarna nog uitbrachten, kwam uit op het inmiddels door Gilles Peterson opgerichte label Talkin’ Loud. De single Nothing Has Changed werd, behalve in Engeland, ook in Nederland een bescheiden hitje.
Galliano bracht zijn tweede album A Joyful Noise Unto The Creator uit in 1992. Dit werd geproduceerd door multi-instrumentalist Mick Talbot, die negen jaar eerder met Paul Weller The Style Council had opgericht. Een band die in feite dezelfde muzikale stijlen combineerde als de latere acidjazzers, maar dan met meer nadruk op soul dan jazz. A Joyful Noise was het eerste Galliano-album dat de Britse charts haalde en leverde in de vorm van Prince Of Peace ook opnieuw een kleine hit op in ons land. Ik blijf het een ultiem lenteliedje vinden, dus zo vlak voor het begin van de meteorologische zomer ben ik er nog net op tijd bij. Andere kant: hij smaakt volgende week niet minder lekker hoor. Peace man! (tekst gaat onder de video verder)
Hun grootste succes, in het thuisland althans, had Galliano met hun derde album The Plot Thickens. Dat haalde de Top 10 en leverde in Long Time Gone (een David Crosby-cover) en Twyford Down (een protestnummer tegen de voorgenomen uitbreiding van de snelweg M3) hun twee hoogste hitnoteringen op. De band werd zelfs gevraagd om op het Glastonbury Festival op te treden. De langspeler daarna, niet onlogisch :4 genaamd, flopte echter, ondanks dat het nummer Slack Hands te horen was onder de aftiteling van de Kevin Reynolds-film ‘One Eight Seven’, waarin Samuel L. Jackson meespeelde. Er ontstonden meningsverschillen binnen de band over de te volgen muzikale koers, en dan weet je het wel… In november 1997 viel het doek. Peace out!
Oh, toch nog een PS… de band schijnt weer bij elkaar te zijn, op te treden en zelfs aan een nieuw album te werken. De demo van dit nieuwe liedje klinkt in elk geval alvast ouderwets lekker: