Duncan Browne-Wild Places (1978)

Duncan Browne-Wild Places (hoes)

Wild thing.

‘For my next song i like to return to the classics’. Deze quote is gebruikt in het intro van Dance Classic The Megamix. Een CD die ik waarschijnlijk ergens begin jaren 90 voor een paar gulden uit de uitverkoopbak hebt gevist. Typisch gevalletje van leuk maar na één of twee keer draaien is de lol er wel vanaf. Dan toch liever de volledige versies of, in sommige gevallen nog beter, de 12” uitvoering. De CD is inmiddels uit de collectie verdwenen. In de radioactieve jaren heb ik wel dankbaar gebruikt gemaakt van het intro. Dat dan weer wel. Terwijl ik de introductie van dit verhaal schrijf galmen de discoklanken door mijn muziekhok. Disconight @ Radio 2. Rob Stenders sluit zijn periode bij Radio 2 in ieder geval feestelijk af. Ik doe de nodige inspiratie op. Wellicht binnenkort een hidden treasure discohit. Nu eerst something completely different.

I like to return the classics. Letterlijk en figuurlijk. Terug naar de tweede helft van de jaren 80. De CD is bezig aan een opmars. De spelers en bijbehorende glimmende schijfjes liggen nog buiten mijn (zakgeld)budget. Dat geldt natuurlijk niet voor de voordeelpakken cassettebandjes. Daarnaast is de goedheiligman mij goed gesint. Anno 2021 vergeef ik de Sint dat ik Hema-bandjes krijg i.p.v. Maxell of TDK bandjes. Maxell XL II Chrome of TDK SA-X it is. De bandjes gaan voor een deel naar een aantal familieleden die wel in het bezit zijn van een CD-speler. En CD’s van onder andere U2 en Marillion. Daarnaast is er natuurlijk de bibliobus. Kortom dank aan oom Henk, neef Henk en Willem van de bibliobus. Op een gegeven moment doet de CD-speler zijn intrede in huize Deuten. 3 x Gold met nummers van Robert Cray, Inxs en Wet Wet Wet is één van de eerste digitale schijfjes die ik koop. Maar er volgen ‘snel’ meer. Het eerste rijtje CD’s bevat onder andere twee verzamelaars van Creedence Clearwater Revival en de reeks Popclassics The Long Versions. De XXL klassiekers. Van albumversies tot 12 inches. The usual suspects zoals Mama van Genesis, Paradise by the dashboard light van Meat Loaf en Radar love. Ze staan er allemaal op. Een fijne start van de collectie. Het is ook het begin van een muzikale ontdekkingstocht. Als 14/15- jarige muziekfreak valt er natuurlijk nog het nodige te ontdekken.

Een van die ontdekkingen is Wild Places van Duncan Browne. Een nummer dat in die tijd weleens voorbij komt op de radio. Maar het is ook weer niet zo’n klassieker dat deze om de haverklap wordt gedraaid. Een intrigerend nummer. Een combinatie van muzikale elementen uit de symfonische rock en de opkomende new wave. Het nummer is afkomstig van het gelijknamige album uit 1978. Het wordt uitgeroepen tot Alarmschijf en behaalt in Nederland de 8ste plaats in de Top 40. Het blijft bij deze ene hit alhoewel in 1991 een remix versie opnieuw de lijst weet te bereiken. Daarnaast is het een vaste waarde in de Top 2000. Alleen in 2018 moet deze klassieker verstek laten gaan.

Terug naar het begin van de carrière van Duncan Browne. Een ontmoeting met Andrew Loog Oldham, in de beginjaren de manager/producer van The Rolling Stones, zorgt voor het eerste soloalbum: Give Me Take You (1968). De opvolger, kortweg Duncan Browne getiteld, levert de zanger in Engeland een hit op in de vorm van Journey. Vervolgens richt hij samen met Peter Godwin de rockband Metro op. Het nummer Criminal world, afkomstig van het debuut Metro, zorgt in Engeland voor de nodige commotie. De BBC weigert het nummer te draaien vanwege de expliciete tekst. Zes jaar later neemt David Bowie het nummer op voor zijn succesvolle album Let’s Dance. Het kan verkeren. Browne gooit na één album het bijltje erbij neer en richt zich weer op zijn solowerk. Dat resulteert in het album Wild Places. Dit album neemt hij op met Simon Philips (drummer), John Giblin (gitarist) en Tony Hymas (toetsenist). Niet de minsten. Philips is in die tijd al een veelgevraagde sessiemuzikant en zal later Jeffrey Porcaro vervangen in Toto. Bassist Giblin werkt onder andere samen met Kate Bush, Annie Lennox en Peter Gabriel. Hymas is al sinds begin jaren 70 actief als pianist en componist. Werkt lang samen met Jeff Beck en is in 1982 samen met Philips de mede-oprichter van PH.D, bekend van de hit I Won’t Let You Down.

Maar terug naar Wild Places. De titeltrack levert Duncan Browne in Nederland en België een grote hit op. Wellicht mede te danken aan een gedenkwaardig ‘optreden’ in Toppop. Terwijl de zanger zijn hit playbackt kronkelt een vrouw sensueel om de zanger heen. Gehuld in luipaardvel. Nee geen incognito Penney de Jager maar het blijkt om zijn toenmalige vriendin, en fotomodel, Mary Dobson te gaan. Ook te zien op de hoes van zowel de single als het album. Het nummer krijgt wat dat betreft, in visueel opzicht, wel een andere lading. Het blijft in commercieel opzicht bij deze ene hit. Er volgt nog een album Streets Of Fire (1979). In de jaren 80 houdt Browne zich onder andere bezig met het componeren van muziek voor een aantal BBC series. Eind jaren 80 slaat het noodlot toe. De diagnose? Kanker. In eerste instantie lijkt de behandeling aan te slaan maar enkele jaren later keert de ziekte terug. Duncan Browne overlijdt in 1993 op 46 jarige leeftijd. Een aantal bevriende collega’s rondt de opnames van zijn laatste album af. In 1995 verschijnt postuum Songs Of Love & War.

Een muzikale eendagsvlieg? Puur gebaseerd op het predicaat hit misschien wel. Daarmee doe je deze muzikant wel tekort. Zeg nou zelf een juweeltje als Wild Places is, me dunkt, toch al voldoende voor een plaatsje in de eregalerij der popmuziek?

Vorig bericht
Volgend bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *