Beginjaren ‘90 maakte ik deel uit van de muziekredactie van de toenmalige lokale omroep van Heumen, bij Nijmegen. De voorzitter uit die tijd haat me er nog steeds om. Hoewel Unique FM een behoorlijk bereik hadden en de omroep organisatorisch professioneel in elkaar stak, konden we natuurlijk geen deuk in een pakje boter slaan bij het ‘maken’ van hits. Niettemin namen ‘wij van de muziekredactie’ onze taak bloedserieus en stopten we menig uur per week in het ‘ontdekken’ en vervolgens verkrijgen van de nieuwste singletjes. De Nijmeegse platenzaak Springlevend was daarvoor een voorname bron, maar ik was ook eindjaren ‘80 al begonnen met het aanschrijven van alle platenmaatschappijen in Hilversum. Vele pluggers waren niet te beroerd om in ruil voor onze playlists af en toe wat singletjes op de post te doen en met sommigen van hen heb ik nog steeds contact.
In 1992 waren wij er als de kippen bij met de soulvolle ballad Forbidden Love van Bronx Style Bob. Dat was de artiestennaam van Robert ‘Bob’ Khaleel. Hij kwam uit The Bronx in New York, waar hij al in een vroeg stadium deel uitmaakte van de hiphopcultuur. Hij was onder meer bezig met graffiti, break dancing, electric boogie, DJ-en, scratchen en hij was MC. Van 1982 tot 1985 zwaaide hij de scepter over de Bronx Style Crew, en toen hij daarna deel ging uitmaken van Afrika Bambaataa’s Universal Zulu Nation, nam hij de artiestennaam Bronx Style Bob aan.
Niet veel later ging hij als lid van de breakdance crew Magnificent Force de hele wereld over, en kort daarop maakte hij een aantal singles als onderdeel van de Zulu Kings, waar onder meer ook Grandmaster Melle Mel van The Furious Five en Ice-T in zaten. Laatstgenoemde vroeg hem voor zijn eigen project Ice-T & The Rhythm Syndicate, waarmee hij in 1990 en 1991 opnamestudio’s en concertpodia onveilig maakte. Het gezelschap nam deel aan de Bring Tha Noize World Tour, samen met artiesten als Public Enemy, Eric B. & Rakim, EPMD, Vanilla Ice, NWA, MC Hammer en Tone Lōc. Tussen het toeren met The Syndicate door, was hij tevens een van de oprichters van het funkcollectief Trulio Disgracias, waarin ook leden van Fishbone, Red Hot Chili Peppers, The Brand New Heavies, Parliament, Funkadelic, Thelonious Monster, Suicidal Tendencies en The Untouchables zaten. Terwijl hij met hen optrad als voorprogramma voor bands als Living Colour, Bad Brains, Soundgarden en Primus, ontdekte hij ‘en passant’ de experimentele rock/metalband Deftones, die hij vervolgens aan het platencontract hielp dat hun carrière vleugels gaf.
Met andere woorden: hij had van ‘name droppen’ zijn beroep kunnen maken.
Toch waren dit allemaal klussen op de achtergrond. In 1992 nam hij als soloartiest het album Grandma’s Ghost op. Een plaat vol rock, funk en soul, waarvan Forbidden Love op single werd uitgebracht. Een prachtig nummer dat in Nederland (ook buiten Unique FM om) behoorlijk veel op de radio werd gedraaid en een hitje werd. Het nummer stond 5 weken in de Top 40 en kwam tot halverwege die lijst. Hier kun je er nog eens van genieten, terwijl je eronder verder leest:
Ondanks het geringe succes – zeker op wereldniveau – hield het name droppen daarna niet op. Want terwijl aan Grandma’s Ghost weinig grote artiesten hadden meegewerkt, was zijn tweede soloalbum People Watching, dat hij in 1999 als Khaleel uitbracht, een behoorlijke ‘star studded affair’, met gastbijdragen van onder meer Fishbone, Spearhead en Jellyfish. Overigens was Bob gedurende zijn carrière ook zelf regelmatig gastartiest, bij o.a. Kon Kan, Everlast en – daar zijn ze weer – Fishbone.
Zo zie je maar hoe een op het eerste oog (en oor) redelijk onbekende artiest een geweldig CV kan hebben!