Een van de leuke dingen van dit Hidden Treasures-avontuur vind ik, dat je weer eens in de geschiedenis en het verhaal van een band kunt duiken. We proberen de liedjes die we hier suggereren immers ook altijd ‘een stukje’ context mee te geven. Soms zijn dat persoonlijke herinneringen aan of bespiegelingen bij een nummer, soms een duik in het verleden van een band, waarbij dan regelmatig leuke, interessante feitjes boven water komen. Om er een Frits Spits-achtige beeldspraak aan te koppelen: we proberen voor onze vondsten – als we ze eenmaal opgegraven en afgestoft hebben – een monumentje, een standbeeldje op te richten. Opdat wij niet vergeten…
Barrelhouse is zo’n band die het verdient eens op zo’n voetstuk geplaatst te worden. Maar ja, van een van de meest legendarische Nederlandse bluesbands zal alles toch wel bij de streamingdiensten te verkrijgen zijn? Ja en nee. Van de 17 albums die de band tot nu toe opnam, staan er tien op Spotify. Meer dan de helft, dus niet gek. Maar er zit een groot gat tussen 1978 en 1994, waarin de band zeven albums opnam. Die zul je thuis in de kast moeten hebben staan, wil je ze kunnen beluisteren, want bij de muziekstreamers hoef je er niet voor aan te kloppen. Omdat ook de Hidden Treasure van vandaag ontbreekt, heb ik een mooi excuus om je even mee te nemen over de grillige paden van hun bestaan.
Eerst een klein zijstapje. Bensonhurst Blues. Die titel doet je waarschijnlijk gelijk aan de Haarlemse Oscar Benton Blues Band denken. Het nummer, uit 1973, werd in 1981 opeens een wereldhit, nadat het werd gebruikt als titeltrack van de film ‘La Peau D’un Flic’, met Alain Delon. Dit verhaal begint echter tien jaar eerder. In 1971, vlak na het uitbrengen van hun derde album Benton ’71, stapt de complete begeleidingsband van de zanger op. John Laporte (gitaar), Jan-Willem Sligting (basgitaar), Art Bausch (drums) en Han van Dam (piano) starten in 1974 hun eigen band, die ze noemen naar de artiestennaam die Van Dam bij Benton had: Barrelhouse Baily. Een jaar later treedt de Alkmaarse zangeres Tineke Schoemaker toe, die met haar wat hese stem een kenmerkend eigen element toevoegt aan hun repertoire. Dat bestaat uit smaakvol gekozen bluescovers en eigen materiaal dat daar naadloos bij aansluit.
Hun naar zichzelf genoemde debuutplaat wordt goed ontvangen, wat leidt tot honderden optredens in zalen, op festivals, jongerensociëteiten en scholen. Op die manier bouwt de band al snel een goede live-reputatie op. Een live-album, Hard To Cover, laat dan ook niet lang op zich wachten. Grappige titel trouwens, als je weet dat slechts drie van de acht nummers van eigen hand waren. Blijkbaar waren die andere vijf tracks niet de makkelijkste om te spelen. In die zin was het een mooie test voor debuterend gitarist Guus LaPorte, de eveneens van Oscar Benton afkomstige broer van Johnny. Een andere noemenswaardige muzikant die de band regelmatig op het podium en in de studio versterkt, is trouwens Hans Dulfer. Los daarvan is de samenstelling van Barrrelhouse door de jaren heen opvallend consistent.
Niettemin verlaat Jan-Willem Sligting de band in 1982. Hij wordt concertprogrammeur van het Amsterdamse poppodium Paradiso. Hij is anno 2022 overigens hoofdprogrammeur van Carré. Zijn opvolger, de van Rob Hoeke afkomstige Hans Oldenburg, blijft echter maar een jaar en wordt opgevolgd door Roscoe Stallworth. Ingrijpender is het vertrek van zangeres Tineke Schoemaker, die een solocarrière ambieert. Technisch gezien is haar vervolgstap dan ook vreemd, want ze vormt samen met Rob van Donselaar (technicus en producer van meerdere Barrelhouse-albums) een duo: One Two. Hun single No Song To Sing heeft ook al eens op deze site gefigureerd(*).
Voor Schoemaker komt de Amsterdamse countryrockzangeres Jony de Boer in de plaats. Zij zingt het album Every Night In The Week uit 1985 vol, dat overigens gewoon door Van Donselaar geproduceerd wordt. Geen ‘hard feelings’ dus, blijkbaar. Het openingsnummer van de plaat, The Sudden Stop, is de Hidden Treasure van vandaag. Het origineel – met de iets kortere titel Sudden Stop – is geschreven door Bobby Russell. Op 15 maart 1968 wordt het opgenomen door Percy Sledge, die er ook als eerste een hit mee scoort. Frits Spits, zijn naam viel al even, kiest de uitvoering van Barrelhouse begin mei 1985 tot Steunplaat in zijn radioprogramma De Avondspits. Het nummer heeft nog wel een bluesy ondertoon, maar is in essentie een rockballad. De stem van De Boer past daar perfect bij. Enfin, oordeel zelf (en lees onder de video verder):
Dit is overigens de albumversie, omdat de singleversie van 4’12 zelfs niet op YouTube te vinden is.
De track had beter verdiend dan de zes weken Tipparade die hij mocht volmaken. Het album heeft eveneens teleurstellende verkoopcijfers en ook het livesucces wordt minder. Dan besluit de band zichzelf maar op te heffen. Van Sudden Stop naar uit als een nachtkaars… Hoewel: de muzikanten treden opnieuw in dienst bij Oscar Benton. Ook hier dus weer geen ‘hard feelings’. Hulde!
In 1993 neemt Tineke Schoemaker het initiatief tot heroprichting van Barrelhouse in de originele line-up. Ook voor de nieuwe liedjes die ze gaan schrijven, kiezen ze voor de stijl uit de begintijd. Het resulteert in een nieuw album, Fortune Changes, en een agenda vol liveoptredens. Just like the old days. Er volgen nog zes albums, waarvan het met een Edison Publieksprijs bekroonde Almost There uit 2016 voorlopig de laatste is. Drie jaar later krijgt ook de box 45 Years On The Road een Edison in de categorie ‘Document’. The Complete Album Collection is de ondertitel van de box, hoewel die slechts 12 CD’s en 1 DVD bevat. Eén van de opvallendste afwezigen: het enige album met zangeres Jony de Boer, Every Night In The Week. De plaat dus met die prachtige Hidden Treasure The Sudden Stop.
Daarvan hier nog even het origineel van Percy Sledge uit 1968:
(*) Het Hidden Treasure-verhaal van One Two’s No Song To Sing lees je hier