Eindjaren ‘70, beginjaren ‘80 van de vorige eeuw zaten David Steele en Andy Cox in The Beat. Hun smeltkroes van latin, ska, pop, soul, reggae en punk rock ‘sloeg’ vooral in Engeland aan, maar ze hadden ook fans in de Verenigde Staten en Australië. Toen de band in 1983 uiteen viel, startten Steele en Cox een nieuw project: de Fine Young Cannibals (genoemd naar de film ‘All The Fine Young Cannibals’, uit 1960). Na 500 cassettebandjes van potentiële kandidaten beluisterd te hebben, kozen ze Roland Gift als hun zanger. Hoewel hij voorheen de voorman was van Akrylykz, een band die net als The Beat veel ska speelde, tapten de Cannibals uit een ander vaatje: meer pop, met invloeden uit de new wave en soul.
Voordat de Fine Young Cannibals in 1992 uit elkaar gingen, brachten ze twee albums uit: in 1985 hun naar henzelf genoemde debuut (met hits als Johnny Come Home en de Elvis Presley-cover Suspicious Minds) en in 1989 het nog veel succesvollere The Raw And The Cooked (waarvan 8(!) singles uitkwamen, waaronder She Drives Me Crazy en Good Thing.
In de tijd tussen deze twee albums speelde Gift een rol in de film ‘Sammy And Rosie Get Laid’ en brachten Steele en Cox een house-single uit onder de naam 2 Men, A Drum Machine & A Trumpet. Elk van de elementen uit die naam was prominent aanwezig op I’m Tired Of Getting Pushed Around. Het nummer was grotendeels instrumentaal, met stemsamples er overheen en Graeme Hamilton op trompet. Een track met een heerlijke drive, die ik begin 1988 heel veel op de lokalo van Ridderkerk gedraaid heb. En met veel plezier zwengel ik ‘m hier nóg een keer voor je aan, om mijn verhaal daarna af te ronden:
Een half jaar later produceerden Steele en Cox ook het nummer Heat It Up van The Wee Papa Girl Rappers. Ze werden als 2 Men & A Drum Machine op de hoes vermeld. Terecht, want er is geen trompet te horen. Wat je wél hoort, zijn grotendeels dezelfde samples als ze in hun eigen single verwerkt hadden. Luister maar: